We konden de auto gerust op straat laten staan, zei ze, het was zondag. Misschien keken we wat verbaasd want ze ging verder en zei dat ze op zaterdag nooit zou aanraden om die auto maar op straat te laten staan.

Mogelijk zag ze dat we er helemaal niets meer van snapten. Ze vervolgde en zei: “stag and hen parties”.

Blijkbaar zakken ze daar in die streek allemaal af naar de kust en palmen het mooie kustplaatsje in. Het stadje is op zijn retour. Of dat de schuld is van die stag and hen parties, daar hebben we het raden naar.

Zij zei dat Whitley Bay sedert de opkomst van Tynemouth fel achteruit gegaan was, dat nu iedereen naar Tynemouth ging als ze wat wilden beleven. Het verbaasde ons dan ook zeer dat ze ons Tynemouth aanraadde toen we zegden dat we nog ergens wilden gaan eten.

Na een poging om die metro te nemen, wat we opgaven omdat we geen zin hebben na die rit, ook nog eens te gaan uitvlooien hoe laat en waar en hoe die metro reed, zijn we toch maar in een lokaal restaurantje in Whitley Bay wat gaan eten.

Niet veel soeps? Ach ik weet het niet. De mash and sausages waren op, zei het kind achter de comptoir. Ik heb er nu nog altijd zijn in. En Luc zijn cola maakte ze zo straf dat hij compleet doorzichtig was. Er zat enkel een kleurke in het water. Toen hij terugkeerde en tegen de barman, het kind was er efkes niet, zei: “it doesn’t look like coke and it doesn’t taste like coke” kreeg hij onmiddellijk een andere met de excuses van het huis.

We maakten een wandeling langs de kust. Het was echt wel een mooi kuststadje maar er was veel dicht, ook dichtgespijkerd. En hun pronkstuk, the Spanish House, was afgezet met houten panelen.

Toen we daarna in de pub nog eentje gingen drinken lazen we het bord bij de voordeur. In de zaak waren stag and hen parties verboden en de toegang werd geweigerd aan groepen van meer dan tien personen.