Stel je voor dat je naar de winkel vertrekt en je vergeet de sleutel van de achterdeur te halen. Ondertussen krijg ik iets zodat ik de voordeur niet kan openmaken. Dan lig ik daar dood te gaan terwijl jij voor de deur staat en niet binnen kan.

Dat is toch een serieuze voorstelling? Of niet? Wel alle drie: Amke, Ella en Luc hebben de slappe lach gekregen.

“Mooi hoor!” zei ik “lachen als ik dood ga”. “Ja maar oma” zei Amke ” je zegt dat ook zo grappig”.

Voordeel van geen intonatie te kunnen weergeven bij iets dat geschreven is, is dat je grappige zaken serieus kan voorstellen, het nadeel is dan weer dat mensen het ook serieus gaan nemen.

Bovenstaande was een argument in een overleg over welles/nietes. Het zit namelijk zo:

We hebben drie sleutels van elke deur van ons huis, dat betekent drie van de voordeur, drie van de achterdeur, drie van de keuken en drie van het kot. Wij zijn dus goed voorzien van sleutels.

Van die van de achterdeur heeft Luc er één, ik ook en de derde dient gewoon om die deur af te sluiten als we thuis zijn, zodat we niet telkens verplicht zijn om onze eigen sleutelbos erbij te halen.

Die van de voordeur? Dat zat lichtjes anders. Ik had er één van en er dient er één om die deur af te sluiten als we thuis zijn, zodat we niet telkens verplicht zijn om onze eigen sleutelbos erbij te halen.

Neen, dat is niet juist, dat moest zijn: zodat ik niet telkens verplicht ben om mijn eigen sleutelbos erbij te halen. Want die derde hing tot voor het argument niet aan Lucs sleutelbos, maar zat verborgen ergens buiten zodat Zoneke binnen zou kunnen als dat nodig was.

Dat liep allemaal vlot zolang we geen auto hadden, maar nu, nu Luc soms naar de Colruyt rijdt en de auto hier voor de deur parkeert moest ik telkens opletten zodat ik hem binnen kon laten.

Bovendien las ik onlangs dat verzekeringen niet meer zouden betalen bij diefstal als het raam op kiep stond. Wat zouden ze dan zeggen van een sleutel die ergens buiten ligt?

Vorige week zondag, in de auto, met Amke en Ella achterin en na herhaaldelijk in- en uitstappen omdat Luc nog één en ander vergeten was, opperde ik dat hij die derde sleutel zou nemen en dat we gewoon een sleutel van de keuken definitief aan Zoneke zouden geven.

Luc had bezwaren. Hij vond het niet kunnen dat Zoneke dan respectievelijk het koerke, de keuken, het buro en de gang naar de voordeur door moest, afstand die eigenlijk net dezelfde is als wanneer hij de sleutel zou nemen en terug via de straat rond het huis lopen.

En dat voor die enkele keren per jaar dat Zoneke hier binnen moet zijn als wij er niet zijn.