Het was middag, kwart na twaalf en het middageten stond op tafel. Net toen ik wou gaan zitten, ging de telefoon.

Ik nam het toestel van de staander en ik hoorde: “U spreekt met Telenet. Kan ik de zaakvoerder spreken”. Kwart na twaalf op de middag?

Achteraf bedacht ik dat dat vroeger schering en inslag was geweest. Als ze niet bij de grote firma’s terecht konden, belden ze maar naar diegenen die thuis een zaak hadden. Ook leveren deden ze toen bij voorkeur op de noen.

Dat bedacht ik allemaal niet toen ik opnam. Neen. Toen ik hoorde: “U spreekt met Telenet. Kan ik de zaakvoerder spreken” schakelde automatisch mijn automatische piloot in en die zei: “dit is een nutteloos gesprek. Wij zijn al klant bij Proximus en ik wou net aan tafel gaan”. Ik wenste haar nog een prettige dag en zette de telefoon weer op de staander.

Allemaal goed en wel, maar ik zit dan weer eigenaardig in elkaar. Ik vroeg me af of het niet erg cru is om mensen zo het bos in te jagen.

En dan zei mijn verstand wel dat het uiteindelijk erg cru is om op de middag mensen te gaan lastig vallen, maar het dubbele gevoel bleef toch wat hangen.