Een eigenaardig fenomeen doet zich voor. Ik krijg namelijk medelijden met sinterklaas.

Ooit was er een tijd dat hij gewoon ’s nachts op ronde ging, ongestoord. De kinderen wisten wie hij was en hun fantasie deed de rest.

Nu is alles van naadje tot draadje uitgewerkt. Sinterklaas is niet meer op zijn gemak om zijn ronde te doen. Hij moet namelijk overal op het appél verschijnen waar ze hem manen te verschijnen.

Ik heb het al meermaals, of beter, Sloef deed dat, aangehaald, dat zo iemand mysterieus zou moeten blijven en ik had me voorgehouden er geen woorden meer aan te verspillen.

Maar nu! Nu heeft Sinterklaas een beste vriend! Niet Zwarte Piet maar een echte sinterklaaskenner.

Sinterklaas, uitgebuit door de commercie, wordt dat ook nog eens gedaan tot meerdere eer en glorie van, onze niet zo beste vriend, Bart Peeters.