Er was een tijd dat wij dagelijks onze pc, waaraan we toch meestal zaten te werken, afsloten om ofwel in de auto te stappen om inkopen te doen en daarna te gaan wandelen -stappen, zoals wij dat noemen- ofwel om te gaan stappen.

Toen het me eens begon te dagen dat wij, eigenlijk enkel en alleen die auto nog gebruikten om inkopen te doen, deden we het ding weg en fietsten om boodschappen.

Wandelen deden we niet meer, we fietsten. Om te gaan zwemmen, namen we ook de fiets.

En toen gingen we de evenementen doen. Dat liep goed met het openbaar vervoer ware het niet dat ons plaatselijk station op 4 km van hier ligt. Een peulschil. Maar niet met een koffer. En dat struikelblok zorgde er voor dat we ons terug een auto aanschaften.

Die hebben we nu zeven maanden en nu komen we tot de conclusie dat we helemaal niets meer doen. De fiets hangt aan de haak, ik ben moe gefietst.

En zwemmen? Tijdens het schooljaar kunnen we pas ’s avonds in dat zwembad terecht. En dan zit de zin om nog weg te gaan ook in onze gemakkelijke pantoffels. Dus gingen we enkel nog in de vakanties.

Zodoende hebben wij nu het het stappen terug op de planning gezet en het zwemmen ook.

We kozen er vorige zaterdag een wandelingetje in Zoutleeuw uit. We hadden alles op internet uitgevlooid en vertrokken. Wat we niet vonden? Dat uitgestippelde wandelparcours. Blijkbaar is dat niet meer aangegeven. We maakten dan maar een wandeling over een parcours dat we drie jaar geleden (gedeeltelijk) met de fiets deden.

En daardoor kwamen we aan een uiterst charmant cafeetje voorbij dat we niet zomaar voorbij konden en er even onze benen onder tafel schoven om de dorstigen te laven.