Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Maand: april 2015 (Page 1 of 3)

In de boeken

Van lezen komt het één en het ander. Want opeens merk je dat, als er boeken bijkomen er ook minder plaats is om ze te zetten. Zeker nu ze nog allemaal in bananendozen staan omdat er nog geen bibliotheekkast in huis is. Die komt er als er aan de afwerking begonnen wordt, met “als” als bepalend woord in die zin.

Plaats ruimen is de boodschap. Dat kan. Meerdere boeken kunnen er uit. Wat jaren geleden zorgvuldig bijgehouden werd, is nu ineens overbodig.

Die gaan dan naar de rommelmarkt en dat moet ook voorbereid worden. Want het gaat niet om het geld, we moeten er niet rijk van worden. Maar andersom is ook waar, we gaan ze niet onder hun waarde verkopen en dat vergt opzoekingswerk.

Zo kan het gebeuren dat ik met mijn laptop naast de bananendozen zit en boek per boek ingeef om de prijs te bepalen. Drie bananendozen boeken minder om te houden, drie bananendozen boeken meer om op te zoeken.

Ooit was ik al eens begonnen met prijzen te bepalen, zonder laptop, maar met Amke en Ella. Dat waren dan oudere boeken, die me werden gegeven omdat ik toch graag las, maar waarvan ik vermoed dat ze indertijd bij mij werden afgezet omdat ze anders niet wisten wat ze ermee aan moesten.

Liefste Zoon,

Het is nog niet zo lang geleden dat ik mijn aversie tegen bejaardentehuizen naar voor bracht. Rede was een te ver gaande betutteling, weet je nog?

Ik heb er nog een argument bij. Ze hebben het daar te druk.

Mijn oplossing? Meer personeel, maar dan van het meer zorgzame type of … gewoon minder bewoners. Daar ga ik dus voor.

Als het ooit zover komt dat wij niet meer alleen in ons huis kunnen blijven, wel … dan komen we wel bij jou in den hof in een container wonen.

Lentekriebeldingen

Over wat zou ik het hebben vandaag? Over enkele andere hobby’s die momenteel weer erg actueel zijn? Over lezen? Zwemmen? Haken? Of gewoon vermelden dat zij weer meespelen?

Of over de grote kuis? Dat is natuurlijk geen hobby, maar die ook moet gebeuren. Niet moet zoals in: “dat moet gebeuren” maar moet zoals in: “ik wil dat dat gebeurt”. We gaan er ook eens met de grove borstel doorgaan.

Als ik zie wat we al die jaren bij hebben gehouden, zou ik het eerder de grote selectie en opruimactie noemen, met de kuis er gewoon achteraan.

Toch maar eens enkele rommelmarkten doen? Dat kan er misschien ook nog ergens tussen.

Roddelen

Zij zei tegen mij dat jij zei tegen hij dat zij iets zei over mij.

 

Dit hier staat al zo lang in concept dat ik er eens korte metten mee wil maken. Op het ogenblik dat zoiets zich voordoet heb ik geen zin om het er over te hebben en als het zich niet voordoet vind ik dat het er helemaal niet toe doet. Maar ondertussen is het toch maar geschreven. Zodoende ga ik het vandaag maar eens over roddelen hebben.

Soms kan ik met mijn ellebogen voelen dat er achter mijn rug om gepraat wordt. En wie ga ik dan eerst verdenken? Diegene die het tegen mij ook doet. Nu ja, ook als er niet achter mijn rug over mij gepraat wordt, of ik heb er geen weet van, vraag ik me bij een roddelende medemens ook onmiddellijk af: “wat vertel jij dan over mij?”

Nu wil ik eerst een onderscheid maken. Want als iemand me iets vertelt dat zich effectief heeft voorgedaan, dan vind ik dat geen roddelen. Dat is dat een kennisgeving. Soms niet bepaald eentje die ik absoluut wil weten, meestal zelfs niet, maar toch, het is gebeurd. Of het kwaadaardig bedoeld is of niet heeft hier niet echt veel belang, want daar is dan mijn persoonlijke interpretatie om het op te vangen.

Waar ik het wel van krijg, zijn van die ongefundeerde beweringen die je aan geen waarheid kan staven. Als het over mij gaat denk ik meestal: “zolang ze over mij praten, praten ze niet over een ander”. Of anders verwoord: “waarom zou je je ergeren aan mensen die er niet toe doen”.

Maar dat is niet altijd zo gemakkelijk hé.

Na 2011

Toen ik in 2011 ineens in staat bleek een groot deel van de kilo’s, die er door de hormonen waren bijgekomen, weer te verliezen, hield ik Baskuul een tijdje nauwlettend in de gaten. Maar het was niet nodig. Alles ging weer zoals het ooit ging. Ik kon eten wat ik wou -pas op, ik ben maar een klein etertje- er kwam niets bij.

Ik vond mezelf er goed uit zien, al waren er die mij te mager vonden en al vond het BMI dat er nog af moest. Daar zat ik niet mee. Ik herinner me nog de dokter die me ooit, toen ik als kind 36kg woog, zei dat dat te wijten moest zijn aan een zwaar beendergestel aangezien ik nogal smal was. In die tijd liet ik me met gewicht en dergelijke nog niet in.

En net toen ik me zo goed voelde en vond dat ik er goed uitzag ging ik witte bloedcellen geven. Ik wil het daar niet meer over hebben, het is beschreven geweest, maar om dat te doen moesten ze eerst weer vuiligheid inspuiten. Ergens heb ik beschreven dat ik er sjagrijnig van werd. Dat wel. Maar aan wat het met mijn gewicht zou kunnen doen, dacht ik niet.

En het lijkt wel of die vuiligheid of hormonen of wat dan ook eerst moeten uitgewerkt zijn eer je er wat kan tegen beginnen. Nu dus!

Al geeft het BMI weer een gewicht op waarvan ik denk dat ik er dan zal uitzien als een plank met wieëren.

De nieuwe lutte met Baskuul

Tijdens de evenementen ben je constant in actie. Het is echt wel een actief leven, maar …

Je eet broodjes in plaats van boterhammen, je eet op restaurant in plaats van patatten, legummen en sossissen.

Je merkt het niet, het sluipt zo stil, nestelt zich rond je taille en op je bips. En dan wordt het winter en gaat je vest wat spannen. Je denkt: “wat is er loos?” al ken je het antwoord zo wel.

Als je dan Baskuul er bij haalt, blijkt er een heel pak meer van jou te zijn dan je eigenlijk dacht. Je probeert op een vriendelijke manier dat deel van jou te laten ophoepelen, maar dat weigert halsstarrig.

En dan grijp je naar de grote middelen. Met de grove borstel er door.

Je raakt nog meer gemotiveerd door een meisje dat er ineens oogverblindend gaat uitzien en een ander meisje dat momenteel twee keer in haar broek van vorig jaar kan.

Zo drastisch hoeft het niet -gelukkig maar- maar momenteel is de riem hier wel aangehaald.

Gelukkig weet ik nu dat ik nooit mag nalaten Baskuul te controleren. Ook de lintmeter ligt binnen handbereik. En deze keer heb ik zelfs een bijstuurplan voor achteraf.

Zoveel bloemen – zoveel mensen

De Keukenhof dus. Na zoveel jaren dat we zegden dat we er naartoe wilden, was het eindelijk zo ver.

Wat opviel? Alles voor de toeristen. Overal klompen en romantische hoekjes. En dat allemaal voor mensen die foto’s wilden nemen of zelfjes, wat feitelijk hetzelfde is.

Het mooie weer had ook anderen op het idee gebracht en we stonden een half uur aan te schuiven om op die parking te geraken.

Maar als je veel van bloemen houdt is het onvergetelijk. Ik vond de borders en de orchideeën in de serre fantastisch. Maar toen kwamen er teveel tulpen. Ik houd niet zo van tulpen.

Gelukkig waren er nog de waterpartijen en de prachtige bloemperken waar de bloemenpracht afwisselend was geplant.

Die bollen zijn letterlijk een bloeiende handel.

Als je wat wil mee kijken moet je eerst al die mensen hier onder een duwke geven.

De geneugten van de eenling

Persoonlijke keuzes zijn uit den boze. Dat blijkt nog maar eens. Toen ik, jaren geleden rosé kocht, kwam er commentaar: “dat was geen wijn”. Een Franse wijnbouwer noemde het: “un vin de femme”.

Nu las ik vorige week in de krant -artikel dat ik momenteel niet terugvind omdat mijn pc blijkbaar enkel de geschiedenis bijhoudt van de plaatselijke server en omdat Google die niet meer bovenaan zet omdat de kranten geen mobiele website blijken te hebben, artikel dat ik ook niet terugvind voor dezelfde reden. Als ik ze nog vind pas ik dit hier wel even aan- dat de rosé wijn in de lift zat.

Heel uitgebreid beschreven ze de opgang van de rosé en hadden het ook over de verovering van de Amerikaanse markt.

Net nu ik haast geen wijn meer drink en als ik er drink, ik -omwille van veranderde smaakpapillen- liever zoete witte neem, waar ik vroeger ook droge witte verkoos.

En dat wordt me nu ook weer niet gegund. Meestal zegt men niets, maar in één Nederlands hotel zegt de barman, die zichzelf een bourgondiër noemt, nogal smalend dat zoete witte wijn geen wijn is. Daar gaan we weer. En dat is dan al beter dan in België waar ze gewoon geen zoete witte wijn hebben, behalve in één hotel, waar hij dan soms nog op is.

Ik vraag me af waarom mensen enkel iets lekker gaan vinden omdat een ander, liefst iemand die zichzelf als kenner voordoet, gaat zeggen dat het lekker is. Ik weet best wat ik lekker vind en wat niet. Ik hoef daar geen tekst en uitleg bij.

Kan die zagen!

Pure ellende is het als je van hier uit naar ver gelegen oorden wil vertrekken en die GPS inschakelt. Dat doen we dus niet. We stoppen op eerste parking nadat we de autosnelweg oprijden.

Het Lande(n)lijk wegennet kennen we namelijk en het is één en al links en rechts, straatje in en straatje uit eer je op die autosnelweg geraakt. En dan kan die GPS zo zagen. En alles moet die drie keer zeggen.

Je kan er geen speld tussen krijgen.

Wetenswaard

Weer waren we weg! Wij weten wel waar wezen!

Het begon in Roubaix en het eindigde in Lisse. Eigenlijk weer niet. Het begin en het einde is altijd thuis.

Daartussen? Van hier naar daar en van hot naar her.

Page 1 of 3

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén