Het had wat voeten in de aarde vooraleer we beslisten hoe we ons huis zouden verwarmen. Hier ligt geen gas, dat zeiden we al, huisbrandolie is aan ons niet besteed, we zijn te veel weg. Broer had verwarming op elektriciteit, maar was overgestapt -wegens te duur- op een warmtepomp, of beter twee en hij was daar uitermate lovend over. Zo lovend dat we het ook eens gingen bekijken.

En ja, we gingen voor een warmtepomp, of beter gezegd twee. Alles ging goed. We konden er zelfs subsidies voor krijgen, op voorwaarde dat we de koelmogelijkheid lieten verwijderen. Een nieuwe installatie? En dan al iets verwijderen? We deden het niet. We kregen geen subsidies.

Wat kregen we wél? De bevestiging dat we een juiste keuze maakten. Het is zalig in huis, zelfs met een hittegolf. De woonplaats koelen we in de dag, de slaapkamer ’s nachts.

En ik begrijp nog altijd niet waarom we dat koelen moesten laten uitschakelen voor die subsidies, maar het zal me -eigenlijk- worst wezen.