Ik ben verkeerd opgevoed. Dat is duidelijk. Waar mijn ouders en de nonnen mij indertijd voorhielden dat het grootste goed steeds was om klaar te staan voor iedereen -naastenliefde noemden ze dat- kreeg ik daarna te maken met de nieuwe assertiviteit van de jongere generaties.

Dat ik altijd met anderen rekening hield is de grootste stommiteit van mijn leven geweest. Het heeft mij niets dan ellende gebracht.

Laatst zei iemand dat ik niemand moest belangrijk maken die het niet is, waarmee bedoeld werd dat, als je er mee zat wat deze of gene je flikte, je die een zeker belang ging toekennen. En inderdaad is dat ook zo. Het is niet zo dat je daarom geen consideratie voor anderen meer moet hebben, maar enkel als ze het waard zijn.

Je kan het mijn vernieuwd levensmotto noemen zo je wil: “maak niet belangrijk wie niet belangrijk is”.