Bij het lezen van bepaalde artikelen waaruit blijkt dat jeugdbewegingen te maken krijgen met allerlei problemen bij het plannen van een jaarlijks kamp, zoals paperassen en zonevreemde kampplaatsen tracht ik me te herinneren hoe dat er aan toe ging toen ikzelf bij het organiseren betrokken was.

Als ik me goed herinner bezochten we gewoon een kampplaats en als die voldeed, zegden we toe. Ik ga er dus van uit dat die plaatsen zélf voor de nodige vergunningen zorgden, of dat ze indertijd niet nodig waren. We zaten op boerderijen, bij paters, lokalen van de lokale jeugdbeweging …

Daar kwamen we ook te weten waar we dingen konden organiseren zoals welke weiden we mochten gebruiken bij de boer, wat we wel en niet mochten op het patersdomein en die ene keer dat we in Nederland waren hadden we een afspraak met de boswachter over het spelen in het bos.

Alles gewoon in mondeling overleg.

En papieren? Natuurlijk waren er papieren, zoals verzekeringen en dergelijke, maar we hebben nooit gekreund onder een overlast.

Er is enorm veel veranderd en als ik het allemaal zo bekijk, dan zou ik in deze tijd de verantwoordelijkheid niet meer willen.