Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Maand: augustus 2015 (Page 1 of 4)

Wer zen de skiffle groep, de skiffle groep van Lee

In het verleden had ik het er al meer over dat ik toch nog eens naar Stampen en Dagen wou.

Maar hoe gaat dat dikwijls? Als ik ze in de mot hield, dan paste dat juist niet in onze agenda. En dan waren er periodes dat ik er gewoon niet aan dacht. Enkele maanden terug echter zou het wel gepast hebben, ik mailde zo snel ik kon maar het was uitverkocht.

Zaterdag acht dagen geleden wees Luc op mijn pc. Dat doet hij wel meer als hij me een mail met informatie heeft doorgezonden. Stampen en Dagen inderdaad. Op zaterdag 29 augustus op de Markt in Lede. Hij heeft die maandag direct opgebeld. En omdat we die kaartjes niet zomaar efkes over en weer konden gaan halen -dat konden we wel, als we helemaal stiepel waren- mochten we die per overschrijving betalen en die lagen mooi op tijd -vrijdag- in onze brievenbus.

Stampen en Dagen dus, nog altijd even fris en fruitig. Nog altijd sterk. Meer dan vijf uur heb ik daar aan een tafeltje gestaan -niet alleen gestaan- zonder me ook maar één moment te vervelen (over te weinig schwung kan je bij hen niet klagen hoor Bea).

Eén uur ’s nachts stapten we richting auto. Ik had van Luc toch wel enige appreciërende woorden verwacht. Maar neen! Wat die zei? Zijn oren zoemden. En gisterenmorgen had hij nog altijd een echo in zijn hoofd als hij klapte.

Ik zei eerst dat we niet meer zouden gaan, aangezien we -lees: hij dan toch- oud aan het worden waren. Maar na even overwegen, denk ik dat hij zich volgende keer maar oordoppekes moet gaan kopen.

Boterhammen in het Park

Jaren geleden zei Luc eens dat hij eens naar “Boterhammen in het Park” wou. Hij zei dat naar aanleiding van het optreden van iemand die hij wel eens graag wou bezig zien. Maar toen paste het niet.

En al die jaren erna was er van “Boterhammen in het Park” geen sprake meer tot begin van de voorbije week. Toen begon hij er weer over en deze keer niet naar aanleiding van iemand die hij wel eens graag wou bezig zien, maar gewoon, omdat hij dat wel eens wou meemaken.

Hij las me de optredende artiesten voor en we besloten op vrijdag te gaan, eergisteren dus.

En omdat ik dat hier nu toch niet kan laten wachten tot ik uitverteld ben over de vakantie, onderbreken we die reeks even om dit voorrang te geven, al zijn er dingen die misschien niet zo klaar als een klontje zullen zijn aangezien ze onrechtstreeks wel met die vakantie te maken hebben.

Zo nam ik in Brussel-Centraal -in de mate van het mogelijke houden wij de auto buiten Brussel- de trap, waarop Luc vroeg: “niet de roltrap?” en ik antwoordde: “neen, de Goatfell”. Het wordt wel duidelijker naarmate ik verder over Arran ga posten hoor.

We deden nog een aantal beklimmingen zoals de Kunstberg, allemaal goed voor de kuiten.

Over het optreden zelf? Wel, ik had verkeerdelijk begrepen dat Guido Belcanto zou optreden maar dat was niet zo. Het was: “Waar is Ken” en “Hommage aan Bram Vermeulen”. Nu ja, ik had gezegd dat ik ofwel Guido Belcanto ofwel die hommage wel zag zitten.

En dat viel best mee, getuige het filmpje dat Luc ervan maakte.

Ladies and Gentlemen -tromgeroffel- Boterhammen in het Park!

Wildlife

Blijkbaar huizen er nogal wat dieren op Arran. Blijkbaar? Ja! Vorig jaar had geen van deze zich laten zien en hadden we het maar van horen zeggen en door er over te lezen.

We zouden er dus oog in oog kunnen komen te staan met:

  • Red squirrels
  • Grey common seals/harbour seals
  • Otters
  • Red dears
  • Golden eagles
  • Basking sharks
  • Dolphins

Vorig jaar werd dat niets. En het was een zekere ontgoocheling dat we die zeehonden niet zagen. Of beter gezegd, we moesten ergens afslaan aan het “postsign” maar het was precies dat postsign dat niet te vinden was. Met de belofte dit jaar beter te doen, vroeg ik het maar aan de vriendelijke dame van de toeristische dienst.

Logisch dat we dat postsign niet vonden, er is geen postoffice meer. Maar goed, we vonden de zeehonden, dat was beter!


Foto en filmpje (klik op foto) zijn beide van Luc.
De zoom van mijn telefoon maakt het beeld korrelig, maar dient daar ook niet voor.


En die red squirrel? Wel die heeft Luc niet, ik wel, zie je? Daar onder die bolvormig geknipte boom?



pske van mske:

    k heb de Engelse benamingen maar overgenomen. Ik kijk er niet naar uit door één of andere op de vingers getikt te worden voor een foute benaming.



Gastvrij Arran

The community spirit that you’ll experience on Arran is second to none (and we’re not just talking whisky here!). The island and its people are renowned for their character, teamwork and hospitality. You can experience that same community spirit at many island events – or just by chatting in a shop, or attending a ceilidh in a village hall.

Uit: Arran 2015 – Island guide

Na de vriendelijke Schot op de ferry, op zich al een unicum aangezien we vorig jaar geen persoonlijk contact met Schotten hadden, onze landlady is namelijk Duits, hebben we dit jaar pas de vriendelijkheid van de mensen daar ondervonden.

Al snel nadat we op Arran waren, kwam ik tot het besef dat ik mijn powerbank in de rugzak voor de evenementen had laten zitten. En dat met die runtastic die ik absoluut bij het wandelen wou gebruiken én de foto’s die ik wou nemen. We vroegen even aan de man van het tankstation, die ons enkele mogelijkheden opgaf, waar we een powerbank konden kopen. Maar na vijf uur zijn alle winkels dicht behalve de Co-op, maar die heeft zeker geen powerbanks.

Na een compleet vergeefse rondgang bij al die winkels -het waren er toch drie- stapte ik maar bij de Tourist Info binnen. Het verdict kwam snel: een powerbank kopen op Arran? Daar was geen sprake van. Dat hadden ze niet.

Maar! Weet je! Zij had er eentje. Thuis! Dat had ze gekregen en ik mocht die lenen. Ze zou even haar man opbellen en dan kon ik het ding een kwartiertje later ophalen.

Ik was sprakeloos en kon enkel een onnozel bedankje over mijn lippen krijgen. Zo perplex stond ik!

Schotten hebben ook wetten

We hadden daar toch in Brodick moeten zijn en gingen maar ineens ons dagelijks rantsoen inslaan, waaronder ook een paar blikjes bier voor ’s avonds.

We dachten dat de kassierster grappig wou zijn toen ze zei dat ze ons dat bier niet kon verkopen omdat het nog geen tien uur was. Ik keek even naar de klok, ze volgde mijn blik. Ze zei dat het zelfs om acht voor tien niet kon. Dat is een Schotse wet.

We zijn dan maar even bij de toeristische dienst langs gegaan, hebben dan het bedrag in nikkel bij elkaar gezocht (anders neem je daar aan de kassa toch de tijd niet voor) en zijn die blikjes gaan halen.

Gelukkig moesten we ons ID niet voorleggen om aan te tonen dat we oud genoeg waren.

Aangepaste kleding en aangepaste vakantiekeuze

Het regende niet op Machrie Moor. Er zat wel koude wind en af en toe een spatje. Maar dan kom je een zuurkijkende vrouw tegen die wel gekleed lijkt voor een overwintering op Nova Zembla.

Waarschijnlijk was dit niet haar vakantiekeuze geweest.

Bij de Glenashdale Falls liep het dan weer anders. Hij, enige man van het gezelschap, wou de waterval zien. De twee jongere vrouwen -vermoedelijk zijn dochters- wilden verder. Moeder de vrouw stond tussen twee vuren. Ze spoorde hem aan om door te lopen.

We wisselden enkele woorden, het waren Fransen en ze spraken geen Engels, vandaar. En die waren joviaal, zoals Fransen joviaal kunnen zijn.

Wij gingen verder, stopten ergens aan een picknicktafel, genoten van het uitzicht en zagen hem -furieus- voorbij stomen. “Ohlala” dacht ik “daar zit een vlieg op de lamp”. Iets later slenterden de drie vrouwen -op pumps- voorbij. Nu is de weg van Glenashdale Falls naar de Giant’s Graves wel één van de best begaanbare die je je kan indenken, maar pumps?

Wat opviel was dat er van die jovialiteit niets maar dan ook niets overbleef. Ze keurden ons geen blik meer waardig.

Nog wat later, wij waren inmiddels bij de Giants’ Graves aangekomen, stoomde hij terug die berg op. “Die gaat terug naar de waterval” zei ik tegen Luc. Wat verder zaten de drie vrouwen van die typische toeristenfoto’s te nemen. Je weet wel: poseren als een standbeeld, poseren als een verleidelijke diva en dies meer.

Bij de auto gekomen kwam hij er aan langs de kant waar wij vertrokken waren. Hun auto stond blijkbaar naast de onze. Hij keek zoekend rond, greep zijn gsm en belde om te zien waar zijn vrouwvolk bleef. Die kwamen er op hun honderdduizend gemakken aangeslenterd want stappen lukte blijkbaar niet meer op die pumps.

Waarschijnlijk was dit ook niet hun vakantiekeuze geweest.

Filmnoodlot

Die eerste dag, zaterdag, waren er de Highland Games. Daar zouden we niet naartoe gaan. Maar er zou een parade zijn van bagpipebands. Die wilden we wel zien.

Voor het begin hadden we al de opwarmertjes. Tijd om te filmen en foto’s te nemen. En de parade? Ach ja, Arran is maar een klein eiland. Er waren vier bands in die parade. Luc filmde en filmde en ik nam foto’s, waarbij één vierde van die parade aan mijn neus voorbijging omdat één of ander vrouwmens, net voor mijn neus ging staan. Ik vertikte het om weg te gaan, Luc zou me wel de nodige foto’s bezorgen.

Die avond keken we naar een reeks zelfjes die Luc had gemaakt met de GoPro. We lachten ons een kriek. Hij maakte de camera leeg en keek sip. Hij had vergeten die zelfjes op te slaan. We lachten groen.

En het lachen verging ons helemaal toen we de filmpjes van de parade wilden bekijken. Want wat had hij gedaan? Hij had zich vergist in start en stop zodat alle randgebeuren en zijn voeten en boordstenen op de film stonden, maar de bands zelf niet.

Nu ja, we hadden het toch wel meegemaakt en waren er zelfs zo in opgegaan dat we besloten dat we niet meer naar het Schots weekend in Alden Biezen gaan. Dat is nep. Allemaal bands die hetzelfde aireke spelen zodat ik het beu ben gehoord.

Die Schotten, die hadden meer op hun repertoire.

Dus, nu moeten we het doen met de foto’s die ik heb. En wou ik ze oorspronkelijk allemaal op dezelfde plaats hebben, wat door die voorkruipende vrouw niet kon, heb ik van allemaal maar een andere pose gekozen.




Het weerzien

Toen we Arran naderden lag het er nog altijd zoals die dag, dat we er vorig jaar vertrokken. Ik was blij dat ik het eiland zag, dat wel.

Later, toen we aan die tafel bij het venster zaten, leek het net of we er nooit weg waren geweest.

Een babbeltje met een Schot

Hij zat samen met ons op de ferry. En we hadden een beetje veelzeggend naar elkaar gekeken, hij en ik, toen een paar mensen met kinderen op het bankje waar we zaten, kwamen plaats nemen, waarbij één van de kinderen haast op zijn schoot kwam te zitten, waardoor hij met een ruk opschoof en haast op mijn schoot kwam te zitten.

Zoals gezegd, we hadden elkaar eens veelbetekenend aangekeken, waarop we aan de praat geraakten. Hij was oorspronkelijk van de Macrae Clan, zei hij. Hij had geen kilt maar wel de plaid met hun kleuren. Die droeg hij trouwens ook niet op die boot. Hij droeg een jeans met een jeansvestje, had wel lange haren, waar hij een bandana, eveneens in jeans, over geknoopt had.

Hij wou ook wel eens naar Brugge. Dat had hij zichzelf al lang beloofd. Hij woonde wel op Arran, al kwam hij uit de echte Highlands, maar Arran … “Arran is scenery” wist hij te vertellen.

Wat ik van Brugge dacht, heb ik maar wijselijk voor mezelf gehouden.

Even door Yorkshire

We reden van Dover naar Schotland en om de reis zo aangenaam mogelijk te maken deelden we ze op in etappes. Dat houdt in dat we bij elke stopplaats wel één of ander wilden bekijken, of precies omgekeerd, dat we de stopplaats inlasten waar er iets te bekijken viel.

Zo had ik een poos terug een foto gezien op internet. Wat ik zocht weet ik niet meer, ik weet alleen dat ik die foto zag en zei: “dat wil ik in het echt zien”. Het kwam al mooi uit dat we er niet moesten voor omrijden.

Toeristisch? Helemaal niet! Maar het was enorm impressionant. Toen we daar waren, waren we echt blij dat we ertoe hadden besloten.

Er waren nog een paar geïnteresseerden, maar die waren, volgens ons, op leeruitstap. Verder waren er twee landmeters iets aan het opmeten en een vrouw met kind die de hond uitlieten. Net wat mij het meest bevalt. Dat doe ik liever dan met honderden -of meer- te staan gapen op San Marco en niet welkom te zijn.

Of we hier dan welkom waren? Ik zou denken van wel. In het bijhorende stationnetje -jawel, de lijn is nog in gebruik- raakte ik in een babbel met twee dames die daar op vrijwillige basis voor informatie zorgden. En ze waren begeesterd. Ze zouden zelfs gaan opzoeken wanneer de stoomtrein, die daar af en toe nog langskomt, er over zou rijden.

Daar hebben we niet op gewacht. We hadden er toch een aantal uurtjes rond gelopen en wilden verder … na eerst nog wat warms gedronken te hebben in de lokale herberg. De zon scheen niet echt, daarboven in de Dales.

En nog in gebruik? Jawel hoor!

Later vond ik, op een Schotse tienponder, een afbeelding van het Glenfinnan Viaduct bij Lochaber, maar dat zal voor een andere keer zijn, ooit misschien of misschien niet.

Page 1 of 4

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén