Ik vermijd enig contact met mijn telefoon als ik me in één of andere wachtzaal bevind. Niet dat ik me ook maar iets gelegen laat liggen over wat anderen daarvan denken, maar gewoon omdat ik ook ergens het gevoel heb dat het nogal asociaal is.

Gisterenochtend echter, bij het naar de kine rijden, bedacht ik ineens dat lezen in een wachtzaal nu precies hetzelfde is. En dat terwijl de magazines die daar aanwezig zijn -meestal roddelpers, ook wel “de boekskes” genaamd- me niets te vertellen hebben.

Gesprekken in wachtzalen? Daar heb ik het eigenlijk ook niet zo op begrepen, want meestal ben ik het luisterend oor en krijg ik de hele reutemeteut van ellende over me heen gestrooid. Anderen hebben dan ook gesprekken onderling. Op die manier kan je ook de hele reutemeteut aan ellende meekrijgen of een hele hoop sappige roddels over mensen die je niet kent.

Gisterenochtend, bij het naar de kine rijden, bedacht ik ook nog dat ik de kranten nog niet had gelezen en dat terwijl er toch een bomalarm in Brussel was geweest.

Ik besloot dus in de toekomst gewoon mijn telefoon te pakken en asociaal te negeren wat ik wil negeren.