Gisteren morgen bij het opstaan zag ik mijn lief door het venster van de overloop. Hij worstelde met de bâche.

De dag na de storm had ik die van de zolder gehaald. De brandweer had aangeraden om eventuele pannen en/of een bâche klaar te leggen. Luc had die gewoon door het eigenste venster op het koerke gekiept omdat ze door haar grootte nogal onhandig te dragen is en ook omdat ik op de zolder het stof niet af doe. De brandweer had ze uiteindelijk niet gebruikt. Misschien wel goed, want gezien de afmetingen van dat ding kon het goed zijn dat we de voordeur ook niet meer vonden.

Gisteren morgen dus zag ik dat hij één van de hoeken aan een haak in de muur had bevestigd, terwijl hij probeerde om die tweede hoek daar bij te krijgen. En dat terwijl het overgrote deel er nogal onwillig bijlag.

Ik opende het venster en vroeg: “wat doe je?” “Opvouwen” zei hij. Nu ze afgeregend was en terug droog vond hij het de gepaste tijd om ze op te bergen. Hij verkondigde ook dat hij dat op zijn eentje niet voor mekaar kreeg, dat onwillig onhandig stuk.

En zo kon het gebeuren dat ik in de vroege ochtend, in mijn badjas mee een bâche stond op te vouwen alsof het een reusachtig laken was.