Waar ze vorig jaar die eerste zondag heftige regen voorspelden en wij daarom in het appartement bleven, wat we ons later beklaagden omdat het enkel wat druilerig vocht was dat naar beneden kwam, was het deze keer iets erger.

Dit jaar, was het die zondagochtend gewoonweg schitterend weer. We maakten een rondje: de straat uit, over Brodick Bay om brood en naar de Co-op, proviand indoen, aan de andere zijde de straat terug in.

Er was haast niemand op straat. Tja, twee Belgen wiens innerlijke klok nog op CET staat, die lopen op een zondagochtend om acht uur al langs de kustlijn natuurlijk.

Later kwam de wind opzetten. Heel veel wind. Geen weer om in de bergen te gaan rondhossen als je niet weet wie je kan bellen ingeval van nood.

Natuurlijk weten we wel wie bellen, de eigenaresse van de cottage had haar telefoonnummer gegeven zodat we konden bellen als er iets was, maar daarom hoefden we dat iets nog niet te gaan zoeken.

We hebben dan maar de toerist uitgehangen. De toeristische dienst, de winkeltjes aan de baai en de hele nieuwe sportwinkel bezocht. Twee jaar geleden hadden we daar de Bilsland waar we echt koopjes hadden kunnen doen. Vorig jaar was die dicht. Nu is er een andere. We hebben er gesnuisterd.

Hebben we er iets gekocht? Niet die zondag. Er stond te veel volk aan de kassa, maar we zijn later wel teruggaan voor iets wat ik wel kon gebruiken en twee ietsen waar Luc zo direct verliefd op werd.

In de Little Rock hebben ze fantastische koffie. En bij zo een paar zjatten hebben we dan gekeken hoe de Calmac boot na boot vol dagjesmensen en weekendtoeristen terug naar het half-vasteland bracht.