Toen mske klein was kreeg ze geen hondje. En toen ze bij haar groottante Fin Bobke leerde kennen, Bobke was een ruwharige fox terriër, besloot ze dat ze later wel een hond zou hebben.

En later kwam en mske hield woord. Ze had een hond, ze had twee honden, ze had veel honden.

En voor Ex primeerde de sport en hij gebruikte de honden om alles naar zijn zin te laten draaien.

En toen “hèt” voorgevallen was stond mske daar met die honden en hij wou zich daar niets meer van aantrekken maar het huis moest verkocht worden. En mske moest die honden plaatsen. En telkens er een vertrok bloedde haar hart. Maar de laatste twee, haar favorieten, die wou ze houden. En Ex verkocht het huis twee miljoen onder de geschatte waarde zodat mske dit prachthuis, maar zonder tuin, kocht en de honden konden niet mee.

Enkel wij.

En sedertdien zegt mske dat honden eigenlijk maar domme beesten zijn.

En toen ze in Antwerpen in een voedingszaak voor dieren binnenging zaten daar twee Jack Russell puppies te koop en mske ging buiten.

En vandaag zei Slow: “kom we gaan ons zinnen eens verzetten, we gaan iets drinken in het dorp over de berg”.

Het is een erg gezellig cafeeke, alleen … er zat een Jack Russell.