Het was nog donker en mske werd wakker. En ze lag met haar hoofd in Slow’s arm, met haar arm rond zijn middel en hij sliep. En ze dacht: “hoe laat zou het nu zijn?” Maar er reden nog geen auto’s en het was nog muisstil en mske genoot van dit stillekes liggen, want als Slow wakker is, kan die niet stil blijven”.

En ineens verroert hij zich en ze dacht: “oh neen, hij wordt wakker”. Maar hij heeft zich enkel wat dichter tegen haar genesteld en daardoor kon ze over hem heen de wekker zien: tien voor zes. En mske zuchtte gelukzalig, deed haar ogen dicht en sliep verder … gerustgesteld.