Al verschillende keren begon mske een beschrijving van “Alexandre Dumas” en “Daphne du Maurier” en telkens gooide ze die weer in de prullenbak.

Waarom? Omdat ze vond dat die niet bij de reeks schrijvers hiernaast pasten. Maar eigenlijk kan ze niet goed zeggen waarom niet.

Is het omdat de schrijvers hiernaast meer boeken hebben die ze wel zag zitten dan niet en dat het bij deze twee nét andersom is? Want van Alexandre Dumas kan ze enkel “Le Compte de Monte Christo” en “La Tulipe Noir” smaken, terwijl ze bij Daphne du Maurier enkel “Rebecca” goed vindt.

En waarom de andere werken niet. Ach, de drie musketiers, wat een belachelijke intrige! Een parelsnoer dat zo belangrijk is en er niet is, wat zou wijzen op ontrouw van een koningin, dan is die koningin toch wel oerdom om dat niet op een ultra geheime plaats weg te stoppen waar niemand dat weet zitten. Neen, dat domme mens zorgt er voor dat in tijd van nood een kliekske vechtersbazen nog naar Engeland kan om hààr eer te redden.

Jaja, mske weet ook wel dat het in “Le Comte de Monte Christo” wat gortig is met de toevalligheden, maar het gaat haar daar waarschijnlijk meer over het feit dat de verguisde triomfeert.

En dan de andere boeken van Daphne du Maurier, die ze ooit had, waar ze in begon om ze na enkele bladzijden terzijde te leggen.

Waarschijnlijk zullen we Alexandre Dumas en Daphne Du Maurier dan maar zozo laten.