Het zal zowat maandag geweest zijn toen mske een appelsien pakte uit de appelsienmand en ineens de appelsien van meer nabij bestudeerde.

“Daar zit een gat in” zei ze en ze keek zeer verongenoegd. Ze pelde de appelsien en keurde de vrucht grondig, vooral daar waar het gat in de schil had gezeten. Ze legde het kwartje schil naast de pot met bruis en zei: “als ik sebiet raar begin te doen, neem die appelsienschil dan mee naar de kliniek”.

Ik weet niet of Slow begreep wat ze bedoelde maar ik in elk geval niet. mske legde uit dat er ooit, lang geleden, door een volk, appelsienen werden vergiftigd, die een ander volk had gekweekt en dit gewoon met als doel dat tweede volk hun economie te kelderen.

Maar aangezien mske niet raar is beginnen doen en maandag toch al twee dagen geleden is en er ondertussen al een volgende vracht appelsienen in de appelsienkorf ligt heeft mske het gat in de appelsienschil samen met het, ondertussen hard geworden, stukske appelsienschil maar in de vuilbak gedeponeerd.

En ik vertel dat nu niet omwille van een appelsienschil met een gat er in maar om te zeggen dat er op deze wereld mensen rondlopen die iemand vergiftigen om iemand anders te raken.