Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Preistoemp met een kleurtje

Het was een keer, op een avond, aan tafel, dat ik de preistoemp op mijn bord er zo bleek uitzien vond. Ik zei niets.

Want zie je, sedert wij op pensioen zijn, loopt het huis houden hier dan wel een beetje door elkaar, maar blijft Luc voor het eten zorgen en ik voor de administratie als daar zijn: betalingen en vakanties boeken. Al de rest hangt van tijd en ruimte en goesting af.

Maar we geven geen commentaar op elkaar … daar doen we niet aan … meestal toch niet.

Ik zou dus niets gezegd hebben over de bleekheid mijnes stoempes ware het niet dat Luc zelf het probleem ten berde bracht door te zeggen dat hij het bovenste groene gedeelte in de GFT-bak gekiept had.

Dat het de eerste keer was dat hij preistoemp maakte kwam door een oud logske waar hij kennis had genomen van mijn afkeer van prei, maar aan dat logske over neutralisering door het koken van de boosdoener(s) had hij niet meer gedacht. Hij had dan ook grote ogen opgezet toen ik een paar preien uitnodigde om in de boodschappenmand plaats te nemen.

Hij keek dan ook verbaasd toen ik zei dat dat groensel er gemakkelijk bij mocht. Dat er grond tussen die bladeren zaten voerde hij ter zijner verdediging aan. Mja, na een paar spoelingen onder de kraan zou die aarde er ook wel de brui aan geven, maar geen groen? Dat is nogal drastisch.

Deze week brachten we weer eens prei mee. Ik stelde voor dat ik de prei zou snijden, zodoende dat ik niet, op mijn achterste gezeten, patience spelend op de laptop, moest zitten wachten tot de kreet: “Eten!” door het huis schalt.

“Lap” zei hij “ik krijg hier mijne C4!”

Toen ik de preihistorie aan Nichtje vertelde, zei ze dat zij dat groen ook weggooit, terwijl haar mama, mijn schoonzus zijnde, ook had gezegd dat dat er bij mocht.

En omdat het niet altijd patience zou zijn, heb ik tussen de prei en het stoempen even aan de lezers gedacht. Die mogen nu efkes stemmen, al is dat geen verplichting. Het is niet voor de Belgische verkiezingen.

Previous

Smeltende sneeuw

Next

Gisteren zaterdag genoemd

10 Comments

  1. Geen groen in mijn stoemp (ik hou meer van het woord puree trouwens). Het groen gaat in de soep. En mijn keuken is van mij, daar heb ik liever geen pottenkijkers.

    • ms

      Wij eten enkel in putteke winter eens erwten- of bonensoep of bij een feestelijke aangelegenheid een roomsoepeke.

      Hier is niks van mij noch van Luc, dat is allemaal van ons behalve de echt persoonlijke dingen zoals telefoon, laptop, tablet, onderbroeken …

      • Oh echt? Wij eten vrijwel alle dagen soep. Dat vind ik het lekkerste deel van de warme maaltijd.
        Haha, hier is ook alles van ‘ons’ maar ik wil echt mijn wederhelft niet in de keuken hebben want daar komt gegarandeerd ambras van. 😀

  2. Het groen houd ik er bij. Niet helemaal, de laatste stukken snijd ik mm-dun en vries ze rauw in. Lekker bij tomatensoep en chinees eten.
    Het is een kwestie van smaak, gekookte prei ziet er smakelijker uit met wat groen maar een ander heeft het liever bleek.

    • ms

      Ik vind het een ietsje beter doorsmaken mét.

      Anders bereid krijg ik weer ruzie met mijn maag, die sluit alle ingangen af alleen al van de reuk.

  3. Het uiterste einde van het groen gaat eraf omdat het er zo uitgedroogd uitziet. De rest gaat er allemaal in.
    Toch vind ik die bleke PREIPROL zoals ze het hier noemen op jouw foto er smakelijk uitzien. Ik zou er enkel nog een toefje peterselie bovenop leggen. Altijd schoon.

    • Beetje krom uitgedrukt. Ik verklaar mij nader. Preiprol = preistoemp. Ongeacht of hij groen of wit is.

      • ms

        Dat uitgedroogd uiteinde doe ik er ook af en eventuele kneuzingen in de bladeren ook al kijk ik bij het kopen wel uit voor kneuzingen, want die betaal je bij.

        Preiprol -het woord- kende ik nog niet.

  4. elsjeveth

    To stoemp or not to stoemp that’s the question.

Laat een reactie achter bij Matroos BeekReactie annuleren

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén