Objectief gezien door mske zelf, zijn die groen met spikkelkes in. Dat groen is soms zo goed als bruin met spikkelkes in en heel soms zijn ze heel erg groen, nog altijd met gouden spikkelkes in. Ze zijn te klein. mske heeft geen grote ogen.

“Wat heeft dat kindje mooie ogen” zegden de mensen over de grote donkere karboenkels van Broer, donkerbruine ogen met fluwelen wimpers had Broer.

Moe ergerde zich aan mskes ogen. “Sterrabatie” zei ze als mske van binnen boos werd maar niks zei, of “kijk niet zoals nen hond op een zieke koei” als mske droef was.

Later verklaarde een non dat je aan mskes ogen kon zien dat ze dacht van: “straks ben ik toch van je gezaag van af”. En nog later vertelde een pater dat mske meer open moest zijn, dat hij kon zien dat mske dacht: “wat staat die onnozelaar daar van voor te vertellen”. Maar toen was mske al mondiger en antwoordde: “Als je kan zien wat ik denk, ben ik dan niet open genoeg?” Dat hebben we hier ooit al verteld.

En dan lange tijd niks meer over haar ogen. Tot Slow kwam. Die zei dat mske pretoogskes heeft. Nu ja, dat vond mske wel mooi gezegd en met pretoogskes kan ze gemakkelijk leven.

Gisteren zei tante Jeanne dat ze mske aanvankelijk niet had herkend, vergeet al die kilo’s niet, maar dat ze haar ineens herkende aan haar ogen! “Je hebt nog steeds dezelfde blik” zei tante Jeanne “en je ogen hebben nog altijd dezelfde glans”.