Het voetbalstadion van St. Truiden is beter gekend als “de hel van Staaien”. Er zijn veel mensen dien denken dat die naam komt van het feit dat de sjotters van St. Truiden zo beestachtig goed zijn dat de anderen zich in de hel wanen, maar daar heeft het niks mee te zien (volgens mske).

Ze is tot nu toe drie keer in de hel geweest. Vorig voetbalseizoen eens naar de match van de reserven van FC De Kwibussen, maar dan zat ze op de gewone tribune.

Maar de twee andere keren, toen zaten ze pas in de hel.

Dat gaat namelijk zo, als je in het bezoekersvak wil geraken, moet je eerst trappen en trappen en trappen en trappen en … Die trappen vertrekken van zeker twee verdiepingen lager dan het stadion zelf en die gaan tot volledig boven het dak. Van daaruit zie je Sint Truiden dan liggen.

Na die helse beklimming moet je afdalen in het bezoekersvak. Dat loopt over de volledige breedte van het veld en is maar zeven rijen diep. Maar die diep is er te veel aan. Zeven niveaus dus waarop houten planken liggen die dienst doen als bank. Ga je daar op zitten, dan bengelen je benen in het niets, allé bij mske toch. Zet je je voeten op de grond, krijg je met moeite een heel klein stukske van je achterkant op die plank, allé mske toch. In het eerste geval gaan haar benen slapen, in het tweede haar onderste achterkant. En dan probeer je naar het veld te kijken, maar daar hangt een visnet voor. Zo een zwart met vierkante gaten. Zit je direct bij dat net kan je met je linkeroog door één gat kijken en met je rechter door een ander. Zit je hoger, dan zie je het veld als door een bijengraat. Je wordt er gewoon helemaal kierewiet van.

De eerste keer dat mske daar binnen ging, was ze iets ervoor door de zolder gezakt en moest ze met haar mankeliete rechterbeen naar boven pikkelen en dan hebben Slow en Wachtebroer haar die zeven niveaus af geholpen.

Maar als FC De Kwibussen op Staaien komt sjotten, dan gaan Slow en mske toch weer kijken, gewoon omdat het zo kortbij is en omdat er dan zo schoon gezongen wordt.